Gevolgen van de behandeling van longkanker

Leven met kanker is niet vanzelfsprekend. Dat geldt voor de periode dat er onderzoeken plaatsvinden, het moment dat u te horen krijgt dat u kanker heeft en de periode dat u wordt behandeld. Na de behandeling is het meestal niet makkelijk om de draad weer op te pakken.

Kanker en de behandeling ervan blijken vaak een grotere invloed te hebben op lichaam en geest dan de meeste mensen hadden vermoed.

De gevolgen waarmee u te maken kunt krijgen, kunnen heel verschillend zijn. Soms hebben die met de ziekte te maken, soms met de behandeling. Ook uw leeftijd en lichamelijke conditie spelen bijvoorbeeld een rol.


Voorbeelden van gevolgen waarmee u te maken kunt krijgen zijn:

  • Vermoeidheid
  • Kortademigheid
  • Pijn
  • veranderingen in uw uiterlijk
  • angst
  • een andere beleving van seksualiteit

 

Chronisch

Sommige gevolgen zijn tijdelijk en verdwijnen na afloop van de behandeling. Andere gevolgen gaan niet over. Ook als de ziekte niet meer terugkeert, kunnen ze blijvend zijn. Een bekende chronische klacht na de behandeling is bijvoorbeeld vermoeidheid.
Lichamelijke veranderingen, zoals vermoeidheid, kunnen gevolgen hebben voor uw dagelijkse bezigheden. Bijvoorbeeld uw werk of sociale contacten. U kunt misschien niet alles meer doen wat u gewend was. 

 

Vermoeidheid

Kanker of uw behandeling kan ervoor zorgen dat u heel erg moe bent. Steeds meer mensen geven aan hiervan last te hebben. Sommige mensen krijgen hier een tijd na de behandeling last van.

Plotseling moe van niets
Een belangrijk verschil tussen vermoeidheid na kanker en gewone vermoeidheid is dat hoe moe u bent in geen enkele verhouding staat tot wat u gedaan heeft. De vermoeidheid lijkt uit het niets op te duiken en kan u overvallen. Dit gebeurt vaak op onverwachte momenten, bijvoorbeeld vlak na het opstaan. Zelfs na een goede nachtrust. 

 

Kortademigheid

Longkanker kan kortademigheid of benauwdheid veroorzaken. Dat kan een gevolg zijn van de behandeling:

  • bij een operatie wordt een long of een deel van een long verwijderd
  • bestraling kan littekens op de behandelde long achterlaten die tot benauwdheid kunnen leiden


Er kan ook sprake zijn van al bestaande problemen, zoals de tumor die de ademhaling belemmerd. Soms is het de pijn die het ademen bemoeilijkt. Uw arts kan ook bij kortademigheid nagaan wat de oorzaak is en bekijken of deze klacht kan worden verminderd of draaglijk kan worden gemaakt.

 

Pijn

Kanker veroorzaakt niet altijd pijn. In het begin van de ziekte hebben veel mensen geen pijn. Breidt de ziekte zich uit of zijn er uitzaaiingen, dan kunt u wel pijn hebben.

Pijn bij kanker kan veroorzaakt worden door:

  • een tumor: bijvoorbeeld door druk op een zenuw of als een tumor doorgroeit in de botten
  • een behandeling, bijvoorbeeld
    - littekenpijn na een operatie
    - pijnlijke plekken door verharding van weefsel na bestraling
    - zenuwpijn doordat bij de behandeling zenuwen zijn beschadigd
  • indirecte gevolgen van de ziekte: u bent bijvoorbeeld stijf of u heeft doorligplekken doordat u veel op bed ligt


Ook emoties kunnen een rol spelen bij pijn. Bijvoorbeeld onzekerheid over de toekomst en angst voor pijn en voor de dood. Allerlei gevoelens die door uw ziekte worden opgeroepen, kunnen uw pijnbeleving beïnvloeden. Gespannenheid, angst, verdriet, moeheid en somberheid kunnen daarin een rol spelen. 

 

Veranderingen aan uw uiterlijk

Door de ziekte of de behandeling kunt u te maken krijgen met veranderingen in uw uiterlijk. Vooral mensen die worden behandeld met medicijnen of die worden bestraald, kunnen hier hinder van ondervinden. 

Haaruitval door chemotherapie bijvoorbeeld. Ook kunnen er niet direct zichtbare lichamelijke gevolgen zijn. Bijvoorbeeld littekens die onder uw kleding verborgen blijven. Misschien kijkt u daardoor anders tegen uw eigen lichaam aan. U kunt dit voelen als een beperking van uw leven, omdat u sommige dingen niet meer durft. Zoals naar de sauna of het strand gaan. 
Ook laten sommige mensen het merken als de gevolgen van uw ziekte aan de buitenkant zichtbaar zijn. Dat kan erg vervelend zijn, zeker als uw zelfvertrouwen toch al niet zo groot meer is.
 
Mogelijke gevolgen voor het uiterlijk:

  • droge huid
  • vette huid
  • tranende ogen
  • haaruitval
  • uitvallende wimpers
  • broze nagels
  • droge mond
  • ruikbare adem

Veel van deze veranderingen zijn tijdelijk. Vaak verdwijnen de klachten nadat de behandeling is gestopt. Tijdens de behandeling kan een aantal klachten worden beperkt of bestreden. Hierover kan uw arts u meer vertellen.
 

Tips:

Aan sommige gevolgen van kanker of de behandeling ervan kunt u eenvoudig wat doen. U heeft wellicht wat aan de volgende tips:

  • Gebruik geen alcoholhoudende producten op uw huid.
  • Gebruik geen zeep op plaatsen waar u wordt bestraald.
  • Smeer u regelmatig in met een verzorgende bodylotion, maar niet op de plaatsen waar u wordt bestraald. Als u last heeft van een vette huid, gebruik dan liever geen zeep. Dit bevordert juist de vetafscheiding.
  • Gebruik een elektrisch scheerapparaat. Dit beperkt de kans op bloeden.
  • U kunt uw haar kort laten knippen, zodra het begint uit te vallen. Kaalheid is te verbergen door het dragen van een pruik. Hoedjes, shawls en dergelijke zijn goede alternatieven.

 

Angst

Kanker en de angst dood te gaan, gaan vaak samen. U blijkt kwetsbaar te zijn. Zekerheid en veiligheid zijn er niet meer. Alles wat u lief is, moet u misschien loslaten. De toekomst is uiterst onzeker geworden. 
We beschouwen de dood meestal als iets dat nog ver voor ons ligt. Alleen op bepaalde spannende momenten speelt de doodsangst ineens op. Bijvoorbeeld bij een plotselinge gevaarlijke situatie in het verkeer. Maar dit soort angst verdwijnt daarna ook weer snel. Door de diagnose kanker komt ook de doodsangst dichterbij.

 

Geen vertrouwen meer in je lichaam

Inderdaad, je eigen lijf laat je flink in de steek. En net als die andere momenten in je leven waarop je je verraden hebt gevoeld (ontrouw van een partner, belazerd door een zakenrelatie, leugens van een kind), moet je ook hier de tijd voor nemen om opnieuw vertrouwen op te bouwen. En te weten: helemaal 100 procent rustig wordt het nooit meer. Altijd zal je je bij een pijntje afvragen: ‘Het is toch niet…’

Wantrouwen loslaten
Maar je kunt wel leren om het wantrouwen los te laten, want dat is een negatief, stress verwekkend gevoel. Weet gewoon, dat als je longkanker hebt (gehad), je arts je altijd serieus zal nemen als je komt met klachten over pijn en ongemak. Laat dat je geruststellen en vertrouwen geven. Wees niet flinker dan je bent. Leer erop vertrouwen dat je signalen opgepakt worden en vertrouw op die manier ook langzaam weer op je eigen lijf.

 

seksualiteit

Longkanker of de behandeling ervan kan veranderingen veroorzaken op seksueel gebied. Bij longkanker is een mogelijk gevolg van de operatie de verwijdering van de long of een deel ervan. Dit heeft kortademigheid en benauwdheid tot gevolg die de beleving van seksualiteit kunnen beïnvloeden.
Kanker en seksualiteit, dat is op het eerste gezicht misschien een wat merkwaardige combinatie. Bij seksualiteit denken we aan plezier en ontspanning, terwijl kanker het tegenovergestelde beeld oproept.
Bovendien, als je kanker hebt, heb je wel iets anders aan je hoofd dan seks, denkt u misschien. Dat is zeker zo wanneer u net weet dat u kanker heeft of als u een behandeling ondergaat. Maar na verloop van tijd hoort seksualiteit er vaak weer bij. Het kan dan tijd kosten voor er ook weer seksueel contact is.

Steun

Seksuele veranderingen en problemen kunnen zo ingrijpend zijn dat u advies en steun van anderen nodig hebt. U kunt hulp vragen aan:

  • lotgenoten
  • uw (huis)arts
  • een seksuoloog


Wat voor hulp u nodig heeft hangt af van wat en hoe ernstig uw problemen zijn.
Vaak moet u hier zelf over beginnen. Vraag tijdig om hulp als u er zelf niet uit komt. Ook al moet u misschien over een drempel heen.

Seksueel contact tijdens de chemotherapie

Als u en uw partner tijdens of kort na de behandeling behoefte hebben aan seksueel contact, is het volgende belangrijk om te weten: 

  • Er is medisch gezien geen enkel bezwaar tegen geslachtsgemeenschap (mits u een condoom gebruikt de eerste 5-10 dagen na een chemotherapie) of masturberen, zolang dit geen bloedingen en/of pijn veroorzaakt. Twijfelt u of bent u angstig, bespreek dat dan met uw behandelend specialist of huisarts.
  • Soms is het niet helemaal duidelijk of door de behandeling de eierstokken of zaadballen geheel of gedeeltelijk zijn uitgeschakeld. Dat betekent dat u, als u in de vruchtbare leeftijd bent, voorbehoedsmiddelen moet (blijven) gebruiken.
  • Het is nog niet duidelijk of (en hoelang) sperma of vaginaal vocht sporen van cytostatica kunnen bevatten. Er bestaan richtlijnen over condoomgebruik tijdens en vlak na een chemobehandeling, namelijk 5-10 dagen na de behandeling een condoom gebruiken.