Wat is longkanker?
Bij kanker is er sprake van een ongeremde celdeling in een bepaald orgaan of organen in het lichaam. Dit leidt tot het ontstaan van een gezwel (= tumor). Een gezwel kan goedaardig of kwaadaardig zijn. Bij longkanker ontstaat er een gezwel in één van beide longen. Longkanker is altijd kwaadaardig. Longkanker betekent hetzelfde als longcarcinoom. Longkanker onderscheidt zich van andere typen van kanker, doordat de ziekte helaas vaak al is uitgezaaid naar de lymfeklieren of naar andere organen bij het stellen van de diagnose. Als dit het geval is, is de kans op genezing (erg) klein.
Longkanker komt bij mannen met name tussen de 65 en 80 jaar voor. Bij vrouwen komt longkanker met name tussen de 55 en 80 jaar voor.
Soorten longkanker
Longkanker wordt onderverdeeld in kleincellige en niet-kleincellige longkanker.
De niet-kleincellige vorm van longkanker - het woord zegt het al - wordt gekenmerkt door vrij grote cellen. De groeisnelheid van deze vormen is verschillend. Niet-kleincellige longkanker zaait relatief langzaam uit door het lichaam. Deze tumor is meestal al langere tijd in het lichaam gegroeid, voordat het wordt ontdekt. Tussen het ontstaan van de tumor en het tijdstip waarop deze wordt ontdekt, liggen soms vele jaren. In die periode kan de tumor al uitgezaaid zijn in het lichaam.
Ongeveer 20% van de gevallen van longkanker is kleincellig. Deze vorm van longkanker kenmerkt zich door hele kleine, kwetsbare cellen die zich bijzonder snel delen. Hierdoor kunnen zij zich razendsnel door het lichaam verspreiden. Vaak is kleincellige longkanker dan ook al uitgezaaid op het moment dat klachten ontstaan. De behandeling van kleincellig longkanker is anders dan bij niet-kleincellige longkanker. In de meeste gevallen zal er niet operatief worden ingegrepen, maar wordt er behandeld door middel van chemotherapie en radiotherapie (bestraling).
Adenocarcinoom van de long is een vorm van longkanker. Het treedt op wanneer abnormale longcellen zich gaan vermenigvuldigen en een tumor vormen. Uiteindelijk kunnen tumorcellen uitzaaien (metastaseren) naar andere delen van het lichaam.
Vergeleken met andere soorten longkanker, is adenocarcinoom vaak beperkt tot één gebied. Als het is gelokaliseerd, reageert het beter op de behandeling dan andere soorten longkanker. Adenocarcinoom is de meest voorkomende vorm van longkanker. Het is algemeen gevonden bij rokers. Echter, het is de meest voorkomende vorm van longkanker bij niet-rokers. Het is ook de meest voorkomende vorm van longkanker bij vrouwen en mensen jonger dan 45. Het adenocarcinoom komt het meest voor perifeer in de long.
Niet-kleincellig komt het meeste voor, dit kun je weer onderverdelen onder drie subtypen(zie hieronder). Adenocarcinoom komt het meest voor, de informatie in dit boekje gaat voornamelijk over niet-kleincellig longkanker en dan het subtype adenocarcinoom.
- plaveiselcarcinoom: een woekering van cellen van het platte oppervlakte-epitheel(epitheel = dekweefsel). Meestal ligt de tumor centraal in de long.
- Adencarcinoom: een tumor die in het klierweefsel ligt. De tumor ligt meestal perifeer in de long en groeit langzaam. De laatste jaren komt dit type steeds vaker voor. Dit type kan ontstaan uit het littekenweefsel in de long.
- Grootcellig ongedifferentieerd carcinoom: bij deze vorm ligt de tumor meestal perifeer in de long. De ziekte verloopt in grote lijnen zoals adenocarcinoom. De prognose is slecht.
Perifeer en centraal

Perifeer = bij een perifere tumor zit de tumor aan de buitenzijde van de long.
Centraal = bij een centrale tumor zit de tumor in het centrum van de long.
Bij elke vorm van longkanker is er verschil in:
- de manier waarop de tumor groeit
- het tempo waarin de tumor groeit
- de mate waarin uitzaaiingen kunnen optreden
Aan de hand van hoe de tumor eraan toe is word gekeken welke behandeling het geschiktst is.
Voorkomen van longkanker
Roken is in 85% van de gevallen de oorzaak van longkanker. Hoe meer, en hoe langer iemand gerookt heeft, des te groter is de kans op longkanker. Stoppen met roken is dus altijd belangrijk! Iedere sigaret die je rookt vergroot je kans op longkanker, dus iedere sigaret die je minder rookt, verlaagt je kans op longkanker.
Mensen die vaak in rokerige ruimtes verblijven, hebben een iets hogere kans op het krijgen van longkanker. Andere mensen met een verhoogd risico zijn mensen die in contact komen met stoffen als asbest, koolteer of arseen. Ongeveer 15% van de longkanker patiënten heeft nauwelijks of nooit gerookt.
Bij het merendeel van de mensen met longkanker (± 80%) is sprake van het niet-kleincellige type.
Klachten /Symptomen
Longkanker geeft pas in een laat stadium klachten.
Veel voorkomende klachten: (kriebel)hoest, ophoesten van een spoortje bloed, kortademigheid, pijn op de borst, meer slijmvorming, heesheid zonder keelpijn, ontstekingen van de luchtwegen die ook met antibiotica niet overgaan.
Vaak gaat dit gepaard met een slechtere conditie. Dat kunt u merken aan: vermoeidheid, gewichtsverlies, slechte eetlust.
De kans op longkanker neemt toe als u:
- rookt.
- Passief rookt.
- Wordt blootgesteld aan radongas.
- Wordt blootgesteld aan asbest.
- Wordt blootgesteld aan kanker verwekkende stoffen op uw werk.
Symptomen
Alle longkankers, inclusief adenocarcinoom, hebben vergelijkbare symptomen. Zij omvatten:
- een hoest die niet weggaat
- ophoesten van bloed of slijm
- piepende ademhaling
- kortademigheid
- moeite met ademhalen
- pijn op de borst
- koorts
- ongemak bij het slikken
- heesheid
- gewichtsverlies
- slechte eetlust.
Als de kanker zich heeft verspreid buiten de longen, kan dit leiden tot andere symptomen. U kunt bijvoorbeeld botpijn hebben als het is uitgezaaid naar uw botten.
Veel van deze symptomen kunnen worden veroorzaakt door andere ziekten. Raadpleeg uw arts als u last heeft van symptomen zodat het probleem kan worden gediagnosticeerd en behandeld.
Maak jouw eigen website met JouwWeb